dinsdag 1 mei 2012

Dag 28 - 25-4-2012   Chablis



Na een ontbijt afscheid genomen en de bepakking wat aangepast. Ik heb wat zaken o.a. de tarp en hammock achtergelaten. De tas op de rug van Vieri is wat te dik en levert daardoor veel problemen op bij het op en afstappen. Onderweg er al twee keer afgedonderd hierdoor. Ook is de tas daardoor moeilijk in balans te houden. Deze ingreep bleek later een succes, de tas lag meer tegen het zadel en daardoor veel beter in balans en prettiger voor Vieri. De route verliep goed alhoewel ik bij Veiri het begin van de problemen merkte. Hij liep liever in de berm dan op het harde en het afdalen verliep voorzichtiger. Ik ga er nog steeds maar weinig opzitten, maakt niet uit. In Tonnere gegeten en een lang pauze voor Vieri ingelast. Lekker grazen onderweg, spullen er af en zo. Door het slechte weer geniet je niet zo van het landschap en de dorpjes en zo als anders. Weinig mensen buiten, geen terrasjes open en zo. Toch blijft het mooi om onderweg te zijn. De kou door je natte kleding, is de grootste plaaggeest. Het is wel een beetje afzien. In Chablis bleek de camping toch nog gesloten, ik kon ook niet over een hek om onder een afdak te slapen. Voor Vieri was er buiten tussen de bomen wel een mooie plek te vinden.
Verder gezocht en zo kwam ik bij een Chambres d’hôtes in restauratie. La Maison du Moulin des Roches. Wat een mooi stekkie. Een pracht van een villa, met een boerenwoning, watermolen, paardenstallen, tuin  en weilandjes. De heer des huizes had geen plek voor me. Zij waren overal aan het werk. Toen ik uitgelegd had dat een van de grote afdaken, voor mij goed genoeg waren was hij overgehaald. Zij het met tegenzin. Ik merkte dat hij veel meer wilde bieden en dit maar ongepast vond. Vieri kon in de wei bij hun paarden. Mooi, dat spel van paarden onder elkaar om de plaats en rol uit te zoeken in de groep. Er vielen twee klappen, een van de dominantste ruin en een klap terug van Vieri en de boel was geregeld. De discussie verliep eigenlijk als volgt. (Fransman) “Eh, hallo vriend, ik ben en blijf wel de baas hier hè.” (Vieri, de Hollander) “Schijt aan, oprotten.” Vieri trok op met de merrie en de twee ruinen bleven op een afstand. Op een bepaald moment was ik ze kwijt. Ze liepen in een andere wei aan de overkant van een riviertje. Zeven meter breed behoorlijk stromend, een halve meter diep en alleen maar keien. Je gelooft je ogen niet. Er was geen brug of zo en toch stonden ze daar. Na even zag ik ze terug komen, plons, plons gewoon door de rivier. Prachtig. De gastheer bracht me nog wat hij in huis had, chocolade, appels, banaan en twee biertjes en… warm water om me te wassen. Wat zijn het toch stugge mensen die Fransen hè. ?

Geen opmerkingen: